zondag 30 augustus 2009

Heidi doet verslag.







Hallo, jullie kennen mij geloof ik al: ik ben Heidi, een van de heidepoesjes die bij Wilma gebracht werden.
Op 25.8. kwamen 2 mensen mij ophalen, het was een lange reis met de auto en ik mocht de hele tijd bij mijn nieuwe vrouwtje in de arm liggen. Het baasje moest rijden. Ik was heel erg lief en ontspannen in de auto, volgens mij vond ik het leuk.
Na een lange reis kwamen wij bij een klein huisje aan waar ik nu woon bij 9 kattenvriendjes, 4 honden en 4 papegaaien. De grote katten vond ik eerst een beetje eng, maar 2 dagen later waren ze heel lief voor mij. Een vriendinnetje is niet veel ouder dan ik en met haar kan ik heerlijk rennen en spelen. De honden vinden mij erg leuk en naar de papegaaien kijk ik niet. Ik vind mijn nieuwe mensenvriendjes erg leuk en wil altijd met ze knuffelen en ik kan dan heel hard miauwen en spinnen. Nu moet ik hier nog veel verkennen en ik kan ook naar buiten, voor alle katten is hier een hele grote ren met een eigen kattentuinhuisje, veel gras en bamboe, daar kan je heerlijk verstoppertje spelen. De woonkamer heeft een gat in de muur, kattenluik noemen ze dat. De grote katten gaan daar doorheen naar de ren, maar ik kan dat nog niet, dat moet ik nog leren. Maar meestal is de deur wel open en dat is makkelijker.
Nou dat was het zo een beetje, ik heb het erg naar mijn zin hier en mijn mensenvriendjes zijn erg blij met mij!

pootjes Heidi van de Hei

zaterdag 29 augustus 2009

Printer werkt niet goed!

Tenminste, dat vindt Houda! Een enig filmpje van Annie uit Rotterdam. Wij bedanken haar hartelijk voor deze vermakelijke beelden!

Gizmo in haar nieuwe huis













Mensenkinderen gaan naar school om te leren. Poezenkinderen moeten het zelf maar uitzoeken. En als je bent gedumpt, zoals ik, is er zelfs geen kattenmoeder die kan uitleggen hoe het allemaal werkt. Ik begrijp er helemaal niks van. Van het allereerste begin weet ik niet zo veel meer. Ik kan me wel herinneren dat ik samen met mijn broertjes en zusjes in een kooitje zat, midden op de hei, toen er een blafbeest bij ons kwam. Help, wat een grote jongen was dat en wat blafte hij hard. Toen kwam er een mens aan, die hem tot stilte maande. Pfff, gered van dat monster. Dat mens was wel aardig en nam ons mee. Zo kwamen we bij mens Wilma terecht, die ons heerlijk vertroetelde. Ze gaf ons de broodnodige TLC, Tender, Love en Care. Zonder mens Wilma was het niet goed met ons afgelopen ben ik bang. Via die mevrouw van het Katblad, leerde mijn nieuwe mens van mijn bestaan, want we konden helaas niet bij mens Wilma blijven. Wel jammer, want ik houd wel heel veel van haar en ik zal haar eeuwig dankbaar blijven voor het redden van mijn leven.
Wat ik wel vervelend vond van mens Wilma is dat ze ons afgelopen dinsdag naar het asiel bracht. Ik was even bang dat we daar moesten blijven. We kregen daar een injectie en een chip. Dat was dus echt niet leuk en dat heb ik die mensen daar laten weten ook. Gelukkig mocht ik daarna gelijk weer weg. Ik mocht mee in de auto met mevrouw Katblad en mijn nieuwe mens. Ik vond de rit eigenlijk wel leuk en ik heb gelijk heel veel gezien onderweg. Het was een mooie tocht zo binnendoor langs de plassen.
Nu woon ik dus aan het gevaarlijke water. Ik weet niet wat dat is en mijn mens zegt dat ik daar ook maar beter niet zelf achter kan komen. Ze zei geloof ik dat die grote zwarte brombeer, die ze Poek noemt, daar eens in was gevallen en dat hij daar niet zo blij mee was. Ze vertelde ook dat ze eigenlijk niet begreep hoe hij eruit was gekomen, maar dat er binnenkort touwen worden bevestigd, zodat je er uit kan klimmen voor het geval je toch niet goed hebt geluisterd. Nou ja, we zien het wel want voorlopig mag ik nog niet naar buiten omdat ik nog te klein ben. Poeh, ik ben al 10 weken!
Enfin, wat ik ook niet snap is dat die grote Poek zo boos op me is, want ik ben enorm lief. Ja, wel een beetje druk af en toe, al zeg ik het zelf, maar ik moet ook zoveel doen. Ik ben hier nog niet zo lang en moet natuurlijk het hele huis verkennen. En er zijn zoveel hoekjes en plekjes, leuk hoor! En dan zijn er nog de speledingetjes, zoals mijn mens het noemt, waar ik mij heerlijk mee kan vermaken. Af en toe maak ik eens een rare sprong achter een fliebertje aan een draadje aan. Ik kan al heel hoog springen; met gemak spring ik zo op de bank of op een hoge stoel. Daarna ga ik weer even lekker kroelen en heel hard spinnen. En ik moet ook nog heel veel slapen, maar eigenlijk heb ik daar helemaal geen tijd voor.
Bij mens Wilma heb ik altijd veel lol gehad met die grote Boy en Snorri, die gromden nooit naar mij. Ik begrijp ook niet waarom dat zwarte monster hier dat wel doet en hoe ik daar mee om moet gaan. Ik wil lekker met hem spelen en knus tegen hem aanliggen. Niemand heeft geleerd hoe ik hem moet laten stoppen met dat gegrom. Ik heb wel een keertje terug gegromd, ja dat kan ik nu dus ook, maar dat leverde niet het gewenste resultaat dus dat doe ik maar niet meer. Mijn mens zegt dat het wel goed komt, dat ik het tijd moet geven en hem maar even moet laten gaan. Nou, hoe lang duurt dat dan? Ik ga over een kwartiertje kijken of de Poek niet meer gromt en hem vragen of hij mij kan leren wat ik allemaal moet weten.


Gizmo

(Opgetekend door Marit)

zondag 23 augustus 2009

Het Bommelverhaal, deel 2


Bommel:
Ze zijn nu toch echt te ver gegaan. Ja, eerst met een snoepje gelokt en toen die bak dichtgeklapt zodat ik gevangen zat. En daarna een stukkie over straat en dan dat rotwielhuis in. Ja, ik zag de bui ondertussen best wel hangen. Ze hadden de vorige keer gezegd: tot volgend jaar maar weer, maar volgens mij is dat jaar nog lang niet om. Wel, om kort te gaan, we gingen dus weer naar de dierendokter en dat had te maken met mijn suiker. Nee, dat eet ik dus niet maar ik heb het wel. Nee, zelf snap ik er ook geen bal van maar het zal wel.
In elk geval kwam ik dus weer op die tafel te liggen terwijl ik daar niet om had gevraagd. Ja, het is een grof schandaal.



Wat er toen gebeurde, slaat alles. Ze haalden een stuk vacht van me weg. Van mijn poot, ja. Ja, natuurlijk was ik daar tegen! Maar wat doe je als je aan alle kanten wordt vastgehouden? Ik wist me te beheersen ja, dat klopt. Ja, ik weet me onder alle omstandigheden te gedragen en ook nu hield ik me in. Terwijl het niet niks is hoor, als ze met zo'n zoemer aan je poot zitten!



Nee, dat was nog niet alles. Want toen mijn poot kaal was, ging er een naald in. Een flinke naald inderdaad. Ze zeiden dat ze zo met me klaar waren, maar dat viel dus tegen. Ja, want ik verdomde het mijn bloed af te staan aan die naald. Maar die ene, die assistent dus, kneep zo hard in mijn poot dat ik het niet meer kon tegenhouden. Het bloed dus, ja. Maar ik heb ze niet veel gegeven dus. Nee, het was net genoeg, zeiden ze. Wel, ik was ook niet van plan meer af te staan. Genoeg is genoeg, heh?



Ze brachten mijn bloed toen naar een ander kamertje en ik kreeg een verband om mijn poot. Rose ja, terwijl ik uitdrukkelijk verzocht had om blauw. De zoveelste vernedering, inderdaad.
En geloof het of niet, het was nog niet klaar, dat gedoe daar op die tafel. Ze hebben me ook nog op een weegschaal gezet. Nee, dat was niet zo erg, maar toch. Ja, het feit dat je niks hebt in te brengen heh? Wat u zegt....




Ik snap ook niet waarom ze nu weer in mijn bek wilden kijken. Ik heb toch een goed gebit en geen klachten? Daarom.



En die dokter moest ook weer zo nodig voelen en luisteren. Nee, het hield maar niet op, die ongewenste intimiteiten. Maar ik hield me dus groot en liet me niet kennen. Nee, aan mij zullen ze niks merken maar geloof maar niet dat ik geen stress had, heh? Dat kon ze trouwens aan mijn hartslag horen, die dokter.



Toen gingen ze praten. Over mijn hoofd heen inderdaad. Onbegrijpelijke taal ook nog eens. Ja, wel aardig dat ik nog wat op mijn kop werd gekriebeld, maar ik was natuurlijk liever gelijk weer naar huis gegaan.



Ja, dat praten duurde maar. Er kwam ook nog een papier op tafel en dat had weer met die suiker te maken. Toen ze na eindeloos kletsen eindelijk klaar waren, mocht ik weer in mijn reisbak. En daarna inderdaad dat rotwielhuis weer in. Wel, onderweg heb ik heel even geprotesteerd tegen de hele gang van zaken. Ja, omdat het weinig zin heeft om een keel op te zetten. Maar ik heb dus wel, tegen mijn gewoonte in, een blijk van onvrede getoond. Want deze keer zijn ze echt te ver gegaan, daar ben ik van overtuigd.

Dit dierendoktersbezoek was voor het mens van Bommel ook niet bepaald een groot genoegen, maar die ongerustheid kennen we als kattenbezitters allemaal. De uitslag van het bloedonderzoek toonde geen andere ernstige afwijkingen (behalve de suiker dus), maar Bommel's schildklier is wat vergroot en hij heeft een hartruisje. Er zullen dus nog een aantal vervolgonderzoekjes moeten plaatsvinden en het is natuurlijk vooral belangrijk om de insuline goed ingesteld te krijgen. Wij zullen uiteraard Bommel blijven volgen en wensen hem en zijn mens veel sterkte toe! Zet'm op allebei!
De redactie.

zaterdag 22 augustus 2009

The new kits in town.


de drie kits bij aankomst.....



Deze week bereikt me een oproep via internet. Er wordt opvang gezocht voor in het wild gevangen kittens. Zij zijn gevangen samen met hun moeders. De moeders zijn gesteriliseerd en weer vrijgelaten. Totaal 13 kittens. Drie van deze kittens moeten vóór vrijdag onderdak zijn, vanwege privé omstandigheden van de opvangers. Ze zijn nog niet gesocialiseerd en het plaatselijke asielheeft voor deze kittens een inslaapbeleid........


De nood is hoog. Ik overleg met Corien van Stichting Katimo (http://www.stichtingkatimo.nl/).
We weten dat deze kittens zonder opvanggezin ten dode zijn opgeschreven. Corien heeft net zo'n klein (of groot) hartje als ik. Hier in de regio zitten al meer dan 200 kittens in de opvang, maar de deur staat weer open voor kittens in nood. De kittens komen bij ons als gastgezin voor Katimo. Het is een mooi drietal. Een rood katertje en twee meiden, een cypertje en een lapjes cypertje. Wat een schatjes! Natuurlijk zijn ze nog schichtig, maar na het eten installeer ik me met mijn laptop boven bij ze op de kamer. Ik praat geregeld tegen ze en ze worden steeds nieuwsgieriger. Nu zijn ze iets meer dan een dag bij ons en ze hebben steeds minder de neiging om te vluchten. Steeds vaker spelen ze in de grote bench en zitten minder in de reisbench. Ze vinden me ook steeds liever en laten toe dat ik ze aai. Ik moet alleen nog geen onverwachte bewegingen maken. Steeds vaker hoor ik ze spinnen. Ze voelen zich blijkbaar op hun gemak. Dit gaat goed komen! Ze zijn op weg naar een nieuwe blikopener met een gouden mandje.
Voor nu heten ze nog Lepke (Lapje), Strèpke (Streepje) en Roeeie (Rode). Ze krijgen vast nog wel stoere Limbo namen. Hun nieuwe blikopener heeft zeker nog wel andere ideeën voor een naam, maar dat mag!
Kijk ook ff bij Katimo op de site! Nogmaals http://www.stichtingkatimo.nl/ Doen hoor!

Thea.


Streepje


Rooie



Lapje

vrijdag 21 augustus 2009

Het Bommelverhaal, deel 1.



Bommel slaapt wat meer.....



Bommel weet al precies wat er zo gebeuren moet en ondergaat alles braaf....

Heer Bommel is weer terug van zijn honeymoon, die bijna 4 jaar heeft geduurd. Voor de niet ingewijden: dit betekent dat de suikerziekte de kop weer heeft opgestoken. Bommel behoorde tot één van de gelukkige katten die in remissie is gegaan. Helaas is het nu eenmaal zo dat het altijd weer kan terugkeren. Maar suikerziekte is goed behandelbaar en Bommel kan er heel oud mee worden. Nu zijn we bezig Bommel in te stellen zoals dat heet. Een aantal keren per dag meten we zelf zijn bloed door hem een klein prikje in zijn oor te geven. Bommel heeft daar allemaal geen moeite mee. Net alsof hij weet dat al dat gefriemel aan zijn koppetje nu even nodig is. Daarnaast krijgt hij twee spuitjes met insuline per dag. Nu is het allemaal nog niet duidelijk hoe het verder zal gaan, maar we zullen daarover berichten zodra er meer nieuws is. Ons eerste streven is om hem weer lekker in zijn velletje te laten zitten! Wilt u meer lezen over suikerziekte bij katten, kijk dan ook eens op http://www.suikerkatten.nl/.


Marian.

Over Koos.






Koos was een zwerfpoes die eerst in de Hortus in een gat onder de tulpenboom bij de ingang heeft gewoond. Op een gegeven moment is ze naar de Kaiserstraat verhuisd en ging ze slapen in een hoop herfstbladeren. Waar ze haar eten vandaan haalde was een raadsel, want ze was op zijn zachtst gezegd niet mager. Vermoedelijk haalde ze vuiliniszakken open. Ook de meeuwen weten dat de mensen in de stad genoeg weggooien om je buikje rond te eten.
In Café Het Keizertje werkte toen een barkeeper, Joris, die medelijden met het arme diertje kreeg en haar in de kroeg opnam. Ze mocht helemaal bovenin het pand wonen. Er was echter een ongelooflijk probleem. Ze wou niet zindelijk worden....
Na een paar maanden was de eigenares het zat en zei: "ik bel nu het asiel!". Inmiddels had ik door dat Koos niet goed in elkaar zat. Ze had een heel vreemd gedrag dat ik van mensen eigenlijk alleen kende van kinderen met een down syndroom, zoals ik eens eerder heb vermeld. Zowel geestelijk als lichamelijk was ze 'afwijkend' en dat zal de reden zijn geweest waarom ze door haar eerste baasjes op straat is gezet. Hoewel ze fysiek in eerste instantie gezond leek, vermoed ik dat het zo gegaan moet zijn.
Het plan van de eigenaresse van de kroeg om haar naar het asiel te brengen, zou meteen betekenen voor dit diertje: inslapen. Dat kon ik niet over mijn hart verkrijgen, dus heb ik haar maar meegenomen.


In eerste instantie was dat geen onverdeeld genoegen. Mijn toenmalige katten, rooie Bacchus en zwarte Poes (dure raskater, maar dat wist ik toen gelukkig niet) duldden haar niet. Gelukkig wou ze niet binnen wonen en de timmerman van Naturalis (thans meubelrestaurateur van De Lakenhal) heeft een hutje voor haar gemaakt waar ze in de tuin in kon wonen. Ik heb er met zwarte verf 'Koos Castle' op geschreven. Ze was er erg gelukkig. Wel kwam ze binnen als er visite was. Een goede vriend van me heeft een fotoserie van haar gemaakt toen ze onder de tafel zat. Van onder de tafel stak ze een pootje omhoog om fliebertjes van de kaas op de dichtstbijzijnde kaasplank te schrappen, die ze zorgvuldig van haar pootje likte. Zo heeft zo binnen een kwartier een groot stuk Brie naar binnen gewerkt, zonder te merken dat iedereen bewonderend naar haar keek. Zo gek was ze dus toch ook weer niet.
Als het erg koud was kwam ze ook binnen. Als ik voor de kachel lag kon ze uren lang mijn hoofd poetsen.
Op een gegeven moment kwamen mijn vriendin en ik thuis van een avondje stappen en lag ze in de keuken met rare spastische bewegingen. Ik belde de dierenarts die dienst had (toevallig mijn eigen dierenarts) en een taxi. Die bracht ons vliegensvlug naar de praktijk (de fantastische en meevoelende chauffeur wou ook bij de behandeling zijn!) en daar kwam de diagnose: hartaanval. Ze heeft nog een half jaar geleefd, en toen was het over. Maar ik ben er heel trots op dat ik haar nog een paar fijne jaren heb kunnen bezorgen.


Hans.

vrijdag 14 augustus 2009

En de winnaar is: Katja!



Storm (hardop denkend):
Oeps, vergeten dat ik mijn ketting nog om heb... dat ik binnenshuis graag mooie sieraden draag dat hoeven mijn buren natuurlijk niet te weten... die Oscar neemt nu al een loopje met me, maar als ik zo over straat loop neemt niemand me straks nog serieus. Hoe krijg ik dat ding zo snel af... daar heb ik eigenlijk een mens voor nodig om me te helpen. O, wacht eens...




Mevrouw Katblad, joehoe, kunt u me even helpen ? Ik krijg mijn ketting niet af!



Hier ergens in mijn nek moet de sluiting zitten.... Niet ? Moet hij gewoon over mijn kop ?
Ja, hij is inderdaad prachtig, vooral met dat accent van die ene gele kraal. Heeft mijn kleine mens speciaal voor mij ontworpen, ja. Maar 't was dus niet de bedoeling dat de hele buurt daar van mee ging genieten... dus als u nu even helpt, voor u een kleine moeite.



Nou moe, u bent ook niet echt van het behulpzame soort, hè? Heeft u dan misschien nog iets lekkers tegen de honger bij u? Ook niet...nou loop dan alstublieft door, zeg ! Mijn kleine mens is veel liever dan u!

Katja.

Nou Katja, uit de vele inzendingen was het weliswaar moeilijk te kiezen, maar toch vond de jury jouw tekst het leukst! Je hebt er echt een verhaaltje van gemaakt waaruit blijkt dat je veel over Storm weet. Onze complimenten! En het verrassingspakketje komt binnenkort naar je toe hoor!

donderdag 13 augustus 2009

Zoals goede boerderijkatten betaamt....



Deze foto werd ons toegestuurd door Jacq.

Ziet u ook wel eens leuke kattendingen? Zend ons de foto!

Tommy heeft goed nieuws....



Tommy (brutale bijna 1-jarige)



Sam (uit Amsterdam)


Tommy:
Mag ik me even voorstellen, ik ben Tommy, de jongste telg van de vijf, en ik word 2 september 1 jaar!
Ja ik kom uit Amsterdam, van Sam uit Amsterdam! Ik mag u goed nieuws vertellen, heel goed nieuws zelfs!
Wordt u een beetje nieuwsgierig? Nou dat heb ik ook heel vaak hoor….. Het goede nieuws?
O.k.: Sam is op honeymoon!
Hij is gewoon thuis hoor, ik snapte het eerst ook niet, maar op honeymoon zijn betekent dat je geen insuline meer nodig hebt. Dat heb ik nog kunnen begrijpen. Het heeft iets te maken met alvlees, klier en lange Hans... Wat dat nou is? Zou Hans van vlees houden zoals ik? Ik krijg af een toe een stukje gekookte kip, het is maar een klein beetje, maar dan doe ik net of het een hele dikke, grote, vette kip is en dan grom ik er erg hard bij… Dan zijn Doortje, Joris, Sam en Leilah bang voor mij. Lachen joh!


De groetjes van Tommy,

uit Amsterdam dus.
Daaaaaaaaaag!

Gek op hij-mensen!



Snoebel helpt met de dienstlijst.






Inspectie van de werkzaamheden.




Knuffelen op de bank.


Sieske vertelt:


Ons zij-mens werkt vandaag thuis. Zij maakt een dienstlijst voor haar werk. Wat een dienstlijst is weten we niet, maar we zijn uiteraard weer zeer behulpzaam! IJverig lopen we met potloden en gummen rond en ons zij- mens vindt dat errug gezellig.

Als de bel gaat en ons zij-mens de deur open maakt, gaat Snoebel er eens goed voor liggen. Als ons zij-mens weer terugkomt, gaan wij er haastig vandoor. Ons zij-mens brengt zomaar een vreemd hij-mens bij ons in huis! Hij moet iets maken dat stuk is. Argwanend bekijken we hem even van een afstand. Het hij-mens gaat op de keukenvloer zitten met naast zich een kist met allerlei dingen die wij niet kennen. Wij besluiten dat het wel een aardig hij-mens is.

Snoebel begroet hem eerst, want zij is errug moedig. Ik volg al snel, want ik ben helemaal gek op aandacht, en dan vooral van hij-mensen. Wij knuffelen het hij-mens uitgebreid. Uitbundig knuffelt en kroelt hij terug. Wat een lekker ding!, vinden Snoebel en ik. Ons zij-mens is natuurlijk een beetje jaloers. Ze vraagt of we niet lastig zijn. Natuurlijk zijn we niet lastig; wij helpen weer uitbundig! Desondanks moeten we naar de slaapkamer, want ons zij-mens denkt dat het te gevaarlijk voor ons is. Boos krabbelen we aan de deur en laten luidkeels weten dat we het er niet mee eens zijn. Als we eindelijk weer naar de keuken mogen, is het hij-mens er gelukkig nog. Hij zit aan de keukentafel met een laptop. Zo'n ding kennen we wel. We helpen onze mensen er vaak genoeg mee. Het is bijna net zo leuk als de dienstlijst maken! We overladen het vreemde hij-mens met knuffels en krijgen er ook veel terug. Natuurlijk helpen we weer waar we kunnen. Het hij-mens is dol op haarfabrieken en vraagt ons zij-mens nota bene of we te koop zijn! Neu, dat willen we niet hoor! Ons zij-mens moet hém maar houden, vinden wij. Hij blijft nog een hele poos, dank zij onze hulp bij het laptoppen. Dan ruimt hij alles op en gaat weg, voorgoed. Verwijtend kijken we ons zij-mens aan: Hoe kan ze zo'n spetter zomaar de deur uit laten lopen! Hoogst beledigd negeren we haar even, maar lang houden we dat niet vol. Wij vinden ons zij-mens ook lief. Bovendien moeten we nog een dienstlijst afmaken! Als ons eigen hij-mens vanavond op de bank ligt, overladen we hem wel met knuffels en kroelen!

Nico op de vlucht....



Nico komt zijn hapje eten.



Nico slaapt in zijn noodverblijf....




Nico bijt tevreden op de lavendel.


Nico is verleden jaar komen aanlopen. Het viel me direct al op dat hij mank liep en veel mauwde, maar verder superlief is. Hij wil veel geaaid worden en hij geeft op zijn beurt kopjes terug. Maar mijn eigen katten (2 katers) vonden het maar helemaal niets, deze vreemde jongen. Doch Nico had en heeft maling aan ze. Het is voor hem net of ze er niet zijn. Als hij komt aanlopen en mijn katten staan in de weg, loopt hij gewoon door. Hij reageert niet op signalen (brommen, blazen) van mijn katten. Later merkte ik dat hij toch ook wat doof is, dus begreep ik zijn gedrag beter. Maar door zijn 'vreemde' gedrag zijn mijn katten een beetje bang voor Nico. Maar goed, zijn pootje baarde me zorgen en ook het feit dat ik dacht dat hij een zwerver was (als ik hem eten gaf, viel hij aan of het zijn laatste maaltijd was), dus bracht ik hem naar het asiel in de overtuiging dat èn zijn pootje bekeken werd èn dat zich vast een lief mens zou melden om hem mee terug naar zijn huis te nemen, of dat hij spoedig een nieuw mens en huis zou krijgen. Het grappige was trouwens dat Nico zich heerlijk voelde in de reismand en in de auto lag hij zelfs te slapen! Nou, dat ken ik niet, mijn katten zijn altijd heel nerveus en mauwen aan een stuk door.

Later belde ik nog het asiel op om te vragen hoe het met Nico ging, en ze vertelden daar dat het heel goed met Nico ging, dat hij het zelfs erg naar zijn zin had! Gelukkig was er niets met zijn pootje. Er zat wel een stalen pen in, dus waarschijnlijk is zijn pootje in het verleden gebroken geweest.


De volgende dag hoorde ik hard gemauw en daar stond Nico weer! Ik belde maar weer naar het asiel op om te vragen hoe en wat. Nico bleek al snel opgehaald te zijn door een vrouw (adres en naam geven ze niet) en ik vond het wel fijn om te weten dat hij dus een baasje heeft. De buurvrouw aan de overkant kende Nico trouwens ook (toen kwam ik erachter dat hij Nico heette), en zij vertelde wat meer over hem. Dat hij al 16 jaar is (dus nu al 17 jaar), dat zijn mens een puppy in huis erbij had genomen, dat Nico dat maar niets vond en er nu dus steeds vandoor gaat. Arme Nico! Hij heeft 16 jaar een goed huisje gehad, in alle rust van de wereld geleefd, en door zo'n jonge pup is zijn leventje dermate ernstig verstoord geraakt dat hij zijn huis dus ontvlucht....


In het begin werd Nico nog regelmatig bij mij en de buren opgehaald door zijn mens, maar dat is nu niet meer zo. De buurvrouw en ik hebben zelfs nog naar de dierenbescherming gebeld voor raad, maar ze kunnen niets voor Nico doen. Hij wordt niet mishandeld of wat dan ook. Het enige wat zijn mens zou kunnen doen is afstand van hem doen en hem naar het asiel brengen, zodat hij een nieuw huis kan krijgen (zonder puppy!). Maar dat doet ze tot op heden niet.

Ik heb nu een reismand met plastic bedekt voor Nico neergezet in de voortuin en daar slaapt hij vaak in. Verder geven de overbuurvrouw en ik hem te eten en te drinken. Ik borstel hem ook regelmatig want hij heeft een heel dik vachtje en hij vindt dat kammen ook nog eens zalig! De overbuurvrouw geeft hem bovendien 1 keer in de maand een vloooienpipetje.

Er wordt dus nu best wel goed voor Nico gezorgd maar de winter baart ons toch wat zorgen. Als het een strenge winter wordt, lijkt het me toch niet fijn voor Nico in de kou. Hoe dit allemaal verder gaat verlopen, zal ik t.z.t. berichten....


Jacq.

zaterdag 8 augustus 2009

Ter herinnering aan Pluis.

Mijn lieve, lieve Pluis.
Het was een mooie dag, zoals vele dagen in Arizona, en de deur stond open.
Ik was een boek aan het lezen, toen er opeens een vreemde kat naar binnen kwam lopen en op mijn schoot sprong. Hij nestelde zich en begon hard te spinnen.
Het arme beest zag er niet uit; hij had vele kale plekken en het haar dat hij had was dof en piekerig. Alleen zijn staart was mooi en fier, wat een Pluis!

In mijn huis woonde al een kat. Poekje had het een jaar daarvoor tot zijn thuis gekozen, hij dulde geen anderen dus de Pluis werd buiten gezet. Daar kreeg hij wat brokjes en water, waar hij gretig van genoot. Maar daarna speelde het ritueel zich opnieuw af. Pluis liep het huis in, alsof hij daar al jaren woonde, en sprong weer op mijn schoot, hard spinnend.
Ik heb het een paar dagen volgehouden hem steeds weer buiten te zetten, maar op een gegeven moment kon ik dat niet meer. Wat een heerlijke knuffel was hij toch! De Poek stelde zijn aanwezigheid niet op prijs en dat liet hij duidelijk merken. In de veronderstelling dat Poekje wel zou bijdraaien, mocht Pluis blijven.

Na verloop van tijd knapte Pluis helemaal op; goed op gewicht en zijn vacht was vol en prachtig. Pluis is altijd een enorme knuffelkat gebleven en Poekje tolereerde hem, hoewel ze nooit de grootste vrienden zijn geworden.
Af en toe kwam Pluis met een bijzondere prooi thuis, zoals die keer dat hij een blauwe salamander voor mijn voeten legde. Ik was als de dood dat Pluis zich een keer zou vergrijpen aan een beest dat hem iets terug zou doen, want de omgeving zat vol gevaarlijke beesten. ’s Avonds ging ik niet slapen voordat de katten binnen waren, want de nacht behoorde toe aan de coyotes. Vooral in de winter, als er minder leven in de woestijn te vinden was, kwamen die dicht bij de huizen, op zoek naar eten in de vorm van huisdieren.
Pluis stond zijn mannetje en was voor de duvel niet bang. Ik zal nooit vergeten hoe hij iedereen duidelijk heeft gemaakt dat in zijn huis geen honden welkom waren. Vrienden brachten zo’n beest mee waar ik toch al niet zo van gecharmeerd was, maar Pluis al helemaal niet. Terwijl Poekje veilig op het dak van de buren was gevlucht, keek Pluis de hond strak aan toen deze voor de open deur stond. De hond, die wel 5 keer groter dan Pluis was, besloot toch binnen te komen. Zodra hij één poot over de drempel had gezet, sprong Pluis er boven op. Met zijn bek greep Pluis de hond in de nek en zijn klauwen had hij diep in de vacht gezet. De hond kromp in elkaar en wij hadden veel moeite Pluis van hem af te halen. Nadat dat uiteindelijk gelukt was, liep de hond met zijn staart tussen de benen naar buiten en is daarna nooit meer op bezoek geweest.
Na een paar jaar in de Amerikaanse woestijn, was het tijd om weer terug te keren naar Nederland. De vlucht van Poek en Pluis had heel wat voet in aarde, maar gelukkig is het allemaal goed gegaan en zijn ze gezond en wel, met de juiste papieren door de douane op Schiphol gekomen.

Het was wennen voor ze. Het eerste jaar konden ze niet naar buiten, omdat we in een flat woonden. Wat een verschil met de ruimte in Arizona, waar de omgeving één grote zandbak was. Ze pasten zich gelukkig snel aan en waren nog steeds even lief. Begin 2000 verhuisden we naar een huis aan "het gevaarlijke water", om de hoek van de Katbladstraat. Hier konden ze weer lekker naar buiten aan de achterzijde van het huis, waar ze heerlijk rommelden in de achtertuinen en zo nu en dan eens een soortgenoot tegen kwamen.
Soms, als ik erbij was, mochten ze er ook aan de voorkant uit. Eigenlijk maakte het de Pluis niet zo veel uit. Hij wilde daar zijn waar ik was. Hij kwam mij altijd begroeten bij de deur als ik thuis kwam. Als ik in de keuken was, zat hij daar, bij voorkeur op mijn schouders. Was ik in de badkamer, zat hij daar ook. Als ik achter mijn pc zat, strekte hij zich breed uit op mijn schoot en op de bank kwam hij heerlijk bij mij liggen. En altijd verrukkelijk spinnend.

Een paar maanden geleden merkte ik dat hij wat lichter werd. Hij gaf af en toe over en leek minder te eten. Na een aantal bezoeken aan de dierenarts, werden we doorgestuurd naar een collega in Noordwijk, die een echo maakte. Pluis' alvleesklier bleek ontstoken. Er was een kans dat hij daarvan zou herstellen, hoewel hij zijn leeftijd niet mee had. (We schatten hem op een jaar of 16.)
Pluis kreeg diverse antibioticakuurtjes, pilletjes om eetlust op te wekken en het overgeven tegen te gaan en druppeltjes tegen de pijn. Hij kreeg speciaal ‘power-food’ om aan te sterken. In de laatste week snoof hij nog wel aan zijn eten, maar nam er bijna niets van. Hij kreeg nu voeding met een spuitje in zijn bek. Hij werd elke dag een beetje zwakker, liep instabiel en sliep veel. In de hoop dat hij zou kunnen aansterken bij de dierenarts, bleef hij daar achter. Zij vertelde mij echter dat Pluis niet vooruit ging...

Toen ik na 2 dagen langs ging, schrok ik me rot. Hij was wel heel erg achteruit gegaan. Ik had zo gehoopt dat hij mee naar huis kon en, in het slechtste geval, daar, in zijn vertrouwde omgeving, zou mogen sterven, eventueel met hulp van de dierenarts. Maar toen ik Pluis daar zo zag, wist ik dat dat niet meer kon. Hij was zo ontzettend zwak; het zou voor hem een lijdensweg zijn hem te vervoeren en mee te nemen naar huis. Ik moest ter plekke beslissen dat dit de zijn laatste dag was en heb daar veel moeite mee gehad.

En nog steeds. Ik hield zo veel van mijn lieve Pluis, dat het toestemmen in euthanasie ontzettend moeilijk en pijnlijk was. Ik heb Pluis op mijn schoot genomen en alleen maar gezegd hoeveel ik van hem hield. Mijn tranen vielen op zijn vacht terwijl hij een slaapmiddel kreeg toegediend. Toen voelde ik hem ontspannen; hij was in diepe slaap. Op het moment dat hij de injectie kreeg, hield hij eigenlijk direct op met ademen. Mijn Pluis was dood.....
Nadat ik hem terug gelegd heb in zijn kooi en ik hem nog een heleboel kussen heb gegeven, ben ik wezenloos naar mijn auto gelopen en heb daar lang zitten huilen. Dat heb ik thuis dagenlang volgehouden en ook nu, terwijl ik dit schrijf, is het verdriet zo groot, dat ik het weer niet droog kan houden.

Mijn lieve, lieve Pluis, ik ben heel dankbaar dat ik met je heb mogen leven. Je was zo’n enorme lieve kat en je hebt mijn leven verrijkt. Dank je wel dat je dertien jaar geleden mij hebt uitgekozen om bij te wonen. Ik mis je ontzettend en zal je nooit vergeten. Ik hou van je Pluis, mijn lieve Pluis.


Marit.



donderdag 6 augustus 2009

De ogen van een kat.

Zien.

Sommige wetenschappers zeggen dat katten kleurenblind zijn, maar dat is niet geheel waar. Op het oog van ieder dier zitten kleine kegeltjes die kleurgevoelig zijn. De kleuren die die kegeltjes kunnen onderscheiden zijn rood, blauw en groen. Een normaal mens kan alle drie de kleuren zien en hiermee ook alle andere kleuren 'maken'. Een kat heeft alleen kegeltjes voor blauw en groen. Het oog van de kat kan dan minder kleur zien dan de onze, maar bewegingen ziet hij des te beter.

Kattenogen lijken in het donker op te lichten. Dit komt ook door bepaalde kegeltjes op het oogvlies die er voor zorgen dat het kleine beetje licht dat er nog is, wordt gereflecteerd. In het pikdonker, waar dus echt geen licht is, zullen zijn ogen ook niet oplichten. Deze functie is er om nog meer informatie van de omgeving op te nemen.

van: p.j.van.gils (kattensite)

Igor gaat bij Iwan wonen....



Dit is Igor, 1 van de Heidepoesjes die in Wilma's opvang logeert. Igor komt over 3 weken, als hij goed op gewicht is, naar Leiden. Daar gaat hij wonen bij Iwan en zijn drie dames (poezen). Wat een lekker ventje, niet? En wat leuk dat hij straks in de Katbladbuurt komt wonen! Natuurlijk gaan wij hem daar volgen, maar dat begreep u natuurlijk al.....

Ik hyperventileerde helemaal!



Snuitje:
Wat me nou toch weer overkomen is... Twee weken geleden ging ik samen met Faffie naar de dierenarts voor de jaarlijkse keuring en ik moest ook een prikje vond mijn mens. Ze stonden me nog helemaal te bewonderen daar bij die dierenarts, "wat ziet ze er nog goed uit voor d'r leeftijd" en meer van dat soort geklets, terwijl ik daar verdorie stond te hyperventileren van de zenuwen voor die prik! Eenmaal weer thuis was ik echt volkomen kapot, dus ben ik maar onder een stoel gaan liggen bijkomen van alle stress.
De volgende dag voelde ik me eigenlijk weer prima, maar ik had niet echt honger die dag, waarschijnlijk waren de zenuwen toch een beetje op mijn maag geslagen. Mijn mens ging haar achterstallige administratie doen en omdat ze geen grote tafel heeft, legde ze allemaal stapeltjes verspreid over de grond. Wat ze nog niet gedaan had lag op een hele hoge stapel. Halverwege ging mijn mens 'even internetten' (doet ze wel vaker). Opeens voel ik me ontzettend beroerd worden, ik zocht snel een plekje waar ik veilig kon staan en daar zag ik als een soort eiland de stapel 'ongesorteerd'. Ik vluchtte als het ware die berg op en moest toen ontzettend spugen, het golfde echt naar buiten...gelukkig stond ik zelf droog op dat eiland.
Mijn mens keek eigenlijk nauwelijks naar mij om, maar begon half hysterisch al haar papieren schoon te vegen...alsof dat belangrijk is als ik zo beroerd ben! Nou ja, ik voelde me eigenlijk wel een beetje beschaamd en deed daarom alsof er met mij verder niet veel aan de hand was.
Maar de dag daarna voelde ik me eigenlijk steeds zieker worden en toen ik nog een keer moest spugen was het ook alsof mijn hart helemaal op hol sloeg; ik raakte er helemaal buiten adem van en toen opeens ging mijn mens zich toch wel zorgen maken om mij. Moest ik opeens 's avonds laat wéér naar die dierenarts.
Goed, mijn verhaal wordt veel te lang...maar de uitkomst is dat ik het aan mijn schildklier schijn te hebben. En daar word je dus gestrest van.... alsof twee dierenartsbezoeken, één inenting, bloedprikken en een infuus in drie dagen tijd al niet voldoende verklaring voor mijn hyperventilatie-aanvallen is.
O ja, het gaat inmiddels gelukkig weer wat beter met mij (anders zou ik ook geen puf gehad hebben om jullie dit verhaal te vertellen natuurlijk).
PS: de foto is van een andere keer dat ik mij niet zo lekker voelde.

zaterdag 1 augustus 2009

Test door Sieske en Snoebel.


Onze oude krabpaal hebben we helemaal uitgewoond en afgeragd. Tijd voor wat nieuws dus.


Aangezien wij het hier in huis voor het zeggen hebben, onderneemt ons personeel meteen actie.



Voor de zekerheid controleren we eerst de materialen.


Onder ons toeziend oog wordt er natuurlijk hard gewerkt.



Klopt dit wel? Alles lijkt op zijn kop te staan. FF nog wat instructies geven.



Nu alles van onder tot boven testen in alle mogelijke en onmogelijke houdingen.



En nog eens testen op stevigheid.



Ons personeel is weer helemaal gelukkig, want wij zijn tevreden. Ja, we doen wat we kunnen om onze mensen gelukkig te houden!
Liefs van Snoebel en Sieske uit Venlo!