Kent u dat gevoel? Je komt je huis binnen en er is ‘íets’. Je krijgt het gevoel dat, hoewel alles op zijn plek staat, er toch iets niet in orde is.
Je gaat even op de bank zitten, maar het rare gevoel kan je niet van je afzetten, heel vervelend.
Dat overkwam mij 15 jaar geleden, toen Ceesje net een jaar oud was. Ik zat om me heen te kijken wat er mis kon zijn. Niks dus. Cees zat op de bank en leek de onschuld zelve. Maar het beviel me niet en ik besloot mijn huis te gaan onderzoeken.
En ja hoor, ik kom de studeerkamer binnen en daar zit een gigantische cyperse kater, niet gecastreerd. Hij keek me aan met een gezicht van: ‘Ja, hier ben ik dus, nou en !?’ Ik herkende hem meteen, het was de kater van het hoveniersbedrijf in de straat parallel aan de mijne.
Deze kater is een goeierd, dus ik greep hem in zijn nekvel en gooide hem beneden de tuin in, waar hij direct het hazenpad koos.
Daarna ging ik op mijn gemak een biertje drinken bij de TV. Maar het gevoel bleef knagen: ‘Hans, er klopt nog steeds iets niet!’.
Dus weer naar boven, nu naar de slaapkamer. Daar zat een grote ongecastreerde rode kater in de vensterbank. Dat was een zwerver die ik wel vaker had gezien. Maar wat zag hij er uit!!! Zijn oren waren één en al zwerende wonden, te vies om naar te kijken. Zo een vechtersbaas krijgt niet de verzorging die hij nodig heeft. Ik deed de deur direct achter me dicht, dook naar het open raam en sloeg het dicht, zodat de kater de kamer in viel. Ontsnappen was niet meer mogelijk. Vervolgens pakte ik een grote tube jodiumzalf, Betadine, iets dat ik altijd op voorraad heb, omdat ik met mijn werk als veldbioloog wel eens wondjes oploop.
Of de kater niet zo agressief was als hij er uit zag, of dat hij voelde dat ik hem ging helpen, ik weet het niet. Maar hij was poeslief. Ik heb de ergste viezigheid van de wonden weggeveegd met wat watten en de hele tube Betadine over zijn beide oren verdeeld, alvorens hem weer vrij te laten. Een paar weken later zag ik hem weer eens langs lopen, met zo goed als genezen oren, iets dat me heel erg blij maakte.
Oh ja, da’s waar ook, voor ik het vergeet te zeggen:
Het zal u na het lezen van dit verhaal niet verbazen dat ik een paar weken later zat opgescheept met een heerlijk nestje jonge Ceesjes; een zwart-wit katertje, een cypers poesje en een lapjespoesje. Alleen heb ik niet kunnen beredeneren welke van de katers de vader was van welke van de jongen...
Ik kon er op voorhand drie kwijt, dus dat had Cees goed gedaan.
De lapjespoes is overigens naar de eigenaars van de moeder van Ceesje gegaan, zodat daar een generatie terug in huis kwam.
Ingezonden door Hans